Geschatte leestijd: 3 minuten
Ik erger mij aan die mensen die roepen: “Ik werk bij de publieke omroep!” Het is een kreet die ik in mijn loopbaan regelmatig redacteuren, programmamakers en presentatoren op het Mediapark of in de provincie heb horen uitspreken. Veelal met, wat mij betreft, ongepaste trots. Klinkt als ‘ik rijd in een Tesla’, ‘ik woon in de randstad’, ‘ik ben kind van Ajax’ of ‘ik stem D66’!
Alsof je daardoor anders – of nog erger – ‘beter’ bent dan de rest van het klootjesvolk.
Alsof het een bijzondere prestatie is. Feitelijk komt het neer dat je meewerkt aan het maken van programma’s die met overheidsgeld worden gefinancierd. Waarbij het niet uitmaakt hoeveel mensen er naar kijken, welk doel het dient. Geld verbrassen, zonder de commerciële druk die elders wél geldt.
Ik erger mij er kapot aan. Het is arrogant, alsof het werken bij de publieke omroep een garantie is voor onbetwiste betrouwbaarheid. Het doet mij denken aan vergelijkbare uitspraken: Ik werk bij de Belastingdienst, het UWV, het OM, het CBR, enzovoort.
Als de interne cultuur bij de publieke omroep al zo verdorven is dat er nog even vier miljoen euro extra in de bodemloze put moet vallen, wat zegt dat dan over de journalistieke normen en waarden van – een deel van de – medewerkers binnen de NPO? Wat betekent dit voor de nieuwsgaring en verslaggeving in relatie tot mensen, bedrijven en organisaties buiten de omroep die belang hebben bij feitelijke en echt journalistiek onafhankelijke informatie?
Blijft die giftige sociale onveiligheid binnen de burelen van de publieke omroep of sijpelt die toxische houding door naar de buitenwereld? Naar de mensen in het nieuws, de slachtoffers, de demonstranten, in het nieuws zelf of de interviews, reportages en programma’s?
Wanneer je als publieke omroeper collegaatjes pesten, provoceren en intimideren tot de norm hebt verheven, stopt dat dan wanneer je vertrekt van je werkplek, van je afdeling om een reportage te maken, onderzoek te doen of een interview te draaien?
Uit veel signalen blijkt dat het een generatieprobleem is van een nieuwe generatie ‘woke’ journalisten. Aangeleerd op de Scholen voor de Journalistiek of bij de lokale en regionale sufferdjes?
Kijk eens naar talkshows of nieuwsprogramma’s van de publieke omroep of zelfs het NOS Journaal. Veel van de nieuwe generatie journalisten – incluus ‘onze’ Eus – hebben hele andere normen en waarden. Ze hanteren liever ‘het mes in de rug’, dan de pen.
Als de publieke omroepen – inclusief de hoofdredacties – niet openstaan voor kritiek of klachten, de Raad voor de Journalistiek steeds vaker een lege dop blijkt te zijn en de Nederlandse Vereniging voor Journalisten meer een vakbond is, dan waker van de persvrijheid, dan is het probleem veel groter dan minister Bruins op grond van rapporten van Mariëtte Hamer of Martin van Rijn lijkt te denken.
Sociale veiligheid, normen en waarden koop je niet met extra geld; het vraagt om een fundamentele cultuurverandering. Woke-gedrag verdwijnt niet met geld.
Vier miljoen euro gaat dan zo maar door het putje naar een bodemloze diepte…